Huisrat
Blijf op de hoogte en volg Rob en José
05 April 2013 | Ethiopië, Addis Abeba
Elke maand moeten we wel een keer naar de bank om geld te halen. Nog steeds word ik af en toe pro forma gefouilleerd door even de beide zijkanten van mijn borst onder opgeheven armen aan te raken. Daar zal zich waarschijnlijk onder mijn poloshirt mijn pistool verborgen houden. Binnen de drommen voor de loketten overzien en meteen een briefje voor geldopname invullen. Het is de kunst je rekeningboekje met het opnameformulier zo gauw mogelijk en zo gunstig mogelijk onder het glazen loket bij de kassier te plaatsen. Daarvoor moet je mensen die bij dat loket staan een beetje opzij zetten en zorgen dat de kassier door heeft dat je je boekje hebt neergelegd. Oogcontact liefst. Dan kan je terugtreden, op één van de banken gaan zitten waar ook al anderen zitten te wachten. Wat je vooral niet moet doen is na binnenkomst op je beurt wachten of zoiets. Vragen wie de laatste was? Huh? Hoe bedoel je?? Wat je wel moet doen is in de gaten houden of de kassier jouw boekje als eerste pakt nadat jij het had neergelegd. Dus niet een later neergelegd boekje!
Als de kassier je geld heeft geteld moet je zorgen dat je voor het loket komt door anderen zo nodig weg te duwen. Dan krijg je je geld voor de neus van nog vier of meer anderen. Goed natellen hoor! Dat doet iedereen. Helaas is in mijn boekje niets bijgeschreven en ook het saldo na opname niet vermeld. Dus gauw het boekje teruggeven met de vraag dat allemaal ook netjes in te vullen, want dan weet ik waar ik aan toe ben. O natuurlijk. De kassier opent dan opnieuw je account en vult alles netjes in. Zo, alles klaar kan je weer gaan. Binnen 10 minuten hoor.
Ik vraag me af hoe vers aangekomen Sekoterianen in NL tegen die privacystreep aan zouden kijken. Ze zouden de functie eerst niet kunnen begrijpen en daarna in lachen of huilen uitbarsten waarschijnlijk: wat een nonsens! Hier is de bankscène geheel in overeenstemming met de op de gemeenschap gerichte cultuur. Iedereen staat boven op elkaar en weet alles, zonder er verder waarde aan te hechten. Hoe passend is open en transparant socialisme hier dan. Jammer dat het opene en transparante nog niet zo lukt.
Over geld gesproken. Nog steeds zijn we voor sommigen en dan vooral kinderen, wandelende dollartekens, levende stapels birr biljetten die naar wens uit neus, oren, mond of andere opening stromen en aan alle kanten kunnen worden opgevangen. Ook al is dat nooit bewezen, de reactie op ferenji is dermate stevig Pavloviaans ingesleten dat alleen nieuwe conditioneringsprogrammaas soelaas kunnen bieden. Ferenji is synoniem voor money. Punt.
Het is ook een manier om contact te maken/te hebben met die zeldzame ferenjis. Dat wil iedereen graag. Een andere manier is om van verre, of van heel dichtbij, ferenji !ferenji! ferengi! te schreeuwen. En daar niet mee te stoppen. Ik brul soms habesha! Habesha! Habesha! (autochtone bewoner) terug, maar na een verwonderde blik en soms een lach, gaat het ferenji! (bisbis) gewoon verder. Niets aan te doen.
Gelukkig hebben we wel iets gevonden op het vermijden van de vele voor een hartelijke handdruk uitgestoken stinkend smerige kinderhandjes: We maken een vuist van onze hand en roepen “boks”. Dat begrijpen ze snel en zo lopen we nu onze frequente paadjes boksend en lachend om zo veel kinderpret “schoon” door. En de “girlpower” raakt al ingeburgerd! Meisjes stormen op José af en boksen er op los! Ook de kleintjes die net kunnen lopen trippelen met een vuistje in de lucht op ons af. Het is een voorstelling voor de omringende volwassenen. Iedereen blij. En…geen money money money!
Soms vind ik het hartverscheurend om te zien hoe de buurfamilie ’s avonds gezellig binnen bijeen zit en de huishulp T met haar hoofd over haar gekruiste armen tussen haar knieën gebogen zit in haar hok van 1,5 bij 2 dat ze deelt met alle huishoudelijke spullen, sommige voorraden en de injera bakmachine. Ze heeft wel licht. Overdag mag ze niet naar buiten, de poort uit en ’s avonds niet naar binnen…Hoe moeten we ons nu verhouden tot deze (hier gewone en veelvuldig uitgeoefende) praktijk van modern lijfeigenaarschap? Want we kunnen er niet omheen dat daar sprake van is: een 14jarig meisje werkt 15 uur per dag, zeven dagen in de week, krijgt eten en schamel onderdak, een bepaald bedrag per maand voor een spaarpot waar ze geen macht over heeft, heeft verder geen eigen bezittingen dan wat ze aan heeft (en af en toe krijgt ze een kledingstuk), mag de poort nooit uit en heeft geen ander contact dan wat zich binnen en vlak voor de poort bevindt. Hoewel verplicht tot en met 14 jaar gaat ze niet ( al lang voordat ze hier kwam) naar school. Ze is door haar moeder, die weduwe was, “weggegeven” toen er een nieuwe man op de proppen kwam die dat kind er niet bij wilde hebben (er schijnen nog meer kinderen te zijn). Het zou best kunnen dat ze het hier beter heeft dan ze het thuis had. Tja. Er is een VN verdrag op kinderrechten. Daar voldoet de situatie hier niet aan. Maar wat zou er met haar gebeurd zijn als haar deze “kans” niet geboden was? Juridisch is het wel duidelijk: Het Verdrag inzake de rechten van het kind wordt op minstens 6 artikelen overtreden. Maar ja, recht hebben is nog geen recht krijgen. En recht halen zal hier niet zo 1,2,3 gaan. Bovendien: Ze is vrolijk en wekt de indruk hier gelukkig te zijn. Misschien niet in de laatste plaats door de aandacht die ze vooral van José krijgt. Echte aandacht. En les. In Engels, in haken, in lichamelijke (inclusief seksuele)integriteit, in hygiëne en in autonomie en in “klein recht”: ze leert zich te weer te stellen tegen wie iets van haar afpakt. Zoals de 9-jarige zoon des huizes… En zo af en toe stellen we D wat vragen over de situatie die hem tot verder denken aan zouden kunnen zetten.
Het morele dilemma iets te doen aan de situatie of niet lijkt hiermee wel opgelost. We doen al wat we kunnen in de situatie zoals die is gegeven. Er is geen sprake van mishandeling. Welke instantie zou er in vredesnaam hier iets komen veranderen? En wat dan? Zou ze weer ergens anders heen moeten?
De vele NGO’s in Sekota zorgen voor een boterham voor tientallen autochtone werkers. Wij zijn immers de enige ferenji bij een NGO hier. En wie iets te besteden heeft doet dat in eerst instantie in zijn eigen omgeving. De plaatselijke economie wordt erdoor gevoed. Velen hebben hier dan ook een winkeltje of handeltje, of barretje, vaak naast andere inkomsten, bijvoorbeeld als leraar. Gevolg is een enorm aanbod aan winkeltjes, waarvan er alleen al in onze tijd misschien wel 20 zijn bijgekomen, wat de spoeling dan dus weer lekker dun maakt. Hoe dan ook, een deel van de economie drijft dus op hulporganisaties. Of alle hulp “werkt” weet ik niet, maar als die wegvalt valt een belangrijk deel van de economie hier weg. Uitvergroot voor heel Ethiopië moet het dan om een enorm economisch belang voor het land gaan. We kunnen best twijfelen aan de effectiviteit van (sommige soorten) hulp in relatie tot de gewenste resultaten, maar vast staat het belang van de sector voor de economie in het algemeen.
Plastic is hier een wegwerpartikel, zeker als het zakken betreft. Van die dunne rotzakkies die scheuren of dikkere, je vindt ze overal als zwerfvuil. Er zijn landen in Afrika waar ze inmiddels verboden zijn. Een goeie zaak. Het schijnt dat er hier op regeringsniveau ook over wordt gedacht. Wij geven in ieder geval het goede voorbeeld: we doen nu al 7 maanden boodschappen met één grote stevige oranje Blokkerzak! O wee als die stuk gaat. Moet ie toch bij het afval. Maar we zorgen dat ie wordt verbrand, dat is beter dan zwerven. Ongeveer eens per week komen vrouwen in ooit lichtblauwe overalls ochacha (afval) ophalen door de huizen langs te gaan. De huizen met yards. Andere woningen sparen hun afval niet op, geen ruimte voor. In het beste geval verbranden ze het langs de weg.
Een klein stukje VSO werk: We lopen gedrieën van het College naar huis als één van de educators mij vraagt:
“Zeg, je weet dat ik ontzettend veel werk heb hè? Het is wel zwaar. Kan je me adviezen geven om het lichter te maken?”
“Nou, dat weet ik niet. Hoe zou ik dat moeten doen? Ik zou eerst veel meer moeten weten. Je vragen moeten stellen over wat voor verschillende taken je hebt, hoe je ze ervaart, hoe je je werk organiseert, dat soort dingen.”
“Kom nou, je kan toch wel wat algemene adviezen geven?”
“Nee, misschien zouden die goed voor mezelf zijn, maar niet voor jou. Bovendien, als ik je die vragen stel kom je zelf misschien wel tot nieuwe gedachten over je werk. Dat is veel belangrijker.”
(De andere collega, lachend: ) “Ja, dat is wel waar. Zo leren we weer wat van je!”
De eerste: “Nou, het is misschien wel beter, maar een snelle tip mag ook wel hoor.”
“OK doe ik. Denk dan maar na over de vragen die ik je zou voorleggen.”
Beiden lachen.
Zit ik afgelopen maandag braaf met T aan de taalles (wederzijds, want zij leert me natuurlijk Amhaars), krijg ik een sms-je binnen. Van ene Andy, die meldt dat hij de man is van Cath( iemand die bij VSO werkt als onderdirecteur en waarmee wij in Langano leuke en vruchtbare gesprekken hadden) en zojuist in Sekota is aangekomen. Per fiets vanuit Axum plm 200 km door de bergen in twee dagen. Of ik een biertje met hem kom drinken.
Nou laten VSO-ers onder elkaar elkaar nooit zitten en zeker niet in zo’n gat als het onze en al helemaal niet als iemand door de mountains is komen fietsen! Dus ik op naar hotel Tadesse, waar Andy eigenlijk, gezien mijn naam (alle Engelsen zeggen hier Hosee of Josie tegen me) een man blijkt te verwachten.
Andy vertelt dat hij in het kader van fundraising eerst een hele fietstocht vanaf Addis tot Kenia heeft gemaakt en dat hij zijn huidige vakantie ( hij werkt als hoofd van de sportsectie op de International School in Addis) gebruikt om het Noorden door te crossen. Hij is kapot en doorgezweet ( heeft de nacht ervoor bij een gezin buiten op de stenen geslapen) en ik neem hem, uiteraard na een biertje, mee naar huis voor een lekkere douche. In het donker, want er is weer eens een powercut. En gevolgd door vele glazen thee met honing, want de arme man heeft me toch een stof binnengekregen! De kinderen in de yard vinden deze nieuwe ferenzji buitengewoon tough!
’s Avonds eten we gezamenlijk uit en daarna zwaaien we hem naar zijn hotel. In de daaropvolgende dagen houdt hij me op de hoogte van zijn vorderingen. In twee dagen bereikt hij Lalibela. Het traject Sekota-Lalibela is ons maar al te bekend en berucht om zijn slechte weg en hoogte(verschillen). Op donderdag krijg ik het bericht dat hij in totaal 434 km. heeft afgelegd en vrijdags zal terugvliegen voor een laatste vakantieweekend met vrouw en kinderen. Petje af!
En dan eindelijk: de huisrat!
Na de zumb, de bimbi, de kuneucha, de quint dan nu een heuse rat (aiyt)in onze keuken ! Dat hopen we tenminste, want voor hetzelfde geld zit er een nest. De huisbaas doet in zo’n geval wat elke weldenkende Sekotariaan doet: je sluit een kat op in de voorraadkamer en wacht tot er doden vallen. Zijn rat is dus al dood. Volgens de oudste zoon was die rat even groot als zijn broertje. Wij hebben een restje gif gekregen wat voor Mary vorig jaar was aangeschaft toen zij ook last had van ratten. Intussen hebben we al een tomaat en een banaan geofferd als lekkers onder het gif, maar het blijft elke nacht lawaaierig. Bijzonder geïnteresseerd blijkt deze rat in het papier wat ik om een lekkende ketjapfles heb gedraaid.
Misschien toch maar een nachtje die vlooienkat van de buren lenen? Of halen we daarmee alleen maar meer problemen in huis?
O ja, tot nog toe zijn we dat glad vergeten, maar:
“The views expressed in this blog are the autors’ own and do not necessarily reflect those of VSO.”
-
05 April 2013 - 21:31
Margreet:
Wat een vondst die girlpower1 en indrukwekkend de girlpower2. Mooie foto's ook. Sterkte met de huisrat(ten)! -
08 April 2013 - 11:55
Harry En Ria:
Als ik dit lees kan ik alleen maar denken wat zijn wij bevoorrechte mensen.
Gisteren de opening van het landje; we boften want er komt maar geen einde aan de winter, maar gisteren zon en niet zo'n venijnige koude wind. Dat zijn onze sores. Nou dat als dat alles is hoor ik jullie denken. We hadden het nog over jullie en maakten ons een beetje zorgen!! of het korte haar wel goed zou staan. Voorzover ik kan beoordelen dus wel. Je lijkt wel een heel jonge vrouw.
Harry en ik vragen ons wel eens af of jullie de reizen in Ethiopie zelf moeten betalen want Robs salaris is aangepast aan de weelde in dat land.
In ieder geval bedankt voor het geweldige verslag.
Lieve groeten
Harry en Ria -
10 April 2013 - 15:03
Lilian:
Wat een fantastische verhalen jongens, met een lach en een traan. Ik vind het wonderbaarlijk hoe jullie elke keer weer zo'n lap tekst weten te produceren.
-
11 April 2013 - 16:18
Johan En Cisca Heijboer:
Dat is women empowerment! Pavlov werkt echt.En de kinderen worden beloond met geld van de "buitenlanders" Dat leren gaat zeer snel. Moeilijk om nee te zeggen, blijft altijd een dilemma. En dan dat verhaal over dat meisje. Soms denk ik ,tja ze weet niet beter, zo gaat het in deze cultuur. Maar aan de andere kant moet ze kansen krijgen om zich te ontwikkelen en straks zelfstandig te zijn. Elke kleine bijdrage hierin is goed. Al is er maar 1 kind dat je op deze manier verder hebt geholpen dan is het een succes. Soms denk ik dat Montessori het niet zo slecht gezien had: "help mij het zelf te doen". En in Nederland zeuren we over een Turks pleegkind bij een lesbisch stel. Kan ik me ook heel veel bij voorstellen dat dit moeilijk is voor het kind en voor de Turkse gemeenschap. Wat is wijsheid??
Een huisrat, kun je ook tam maken. Hele intelligente dieren. Heb je al gezien hoe groot hij is? Toch maar de huiskat lenen ( of die hond van Rob?).
Liefs
Johan en Cisca -
13 April 2013 - 15:35
Judith Toepoel:
Na het vertrek van Rob afgelopen schooljaar. Vroeg ik me regelmatig af hoe het nu toch zou gaan en wat jullie ervaringen zouden zijn. Vandaag heb ik dan jullie verslagen gevonden. Heel leuk en boeiend om te lezen. Groetjes vanuit Hoorn
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley