Home sweet home 2
Blijf op de hoogte en volg Rob en José
01 Juni 2013 | Ethiopië, Addis Abeba
Wij waren not amused toen de rekening voor de overnachting en “het diner” vele malen hoger bleek dan we gewend waren voor meer kwaliteit.
Sam voelde zich misselijk, maar desondanks maakten we een prachtige wandeling naar Sankaber. Prachtige vergezichten, diepe kloven, steile kliffen, bosgedeelten met daarin cheetah’s en luipaarden (José heeft een cheetah gezien!) en natuurlijk de gelada baboons, ook wel de “bloedend hart baboons” genoemd vanwege de opvallend rode plek op de borst. Er vindt een wetenschappelijk dispuut plaats over de vraag of we hier wel over baboons moeten spreken. Het voordeel lijkt te gaan naar diegenen die menen met eens mensaap (dus geen monkey) van doen te hebben. Lammergeyers vlogen ons zogezegd om de oren. De Ethiopian wolf liet zich niet zien, maar toen we later op de middag nog een wandeling maakte spotten we ook de walia ibex.
’s Avonds kochten we hout, maakten een vuur en deelden onze blikjes tonijn, mais en vruchtencocktail (!), aangevuld met geroosterd brood, met de guard. Het werd zowaar nog een heel feestmaal! Vergeten te spuiten, dus de volgende ochtend weer lek op alle onbedekte plaatsen, maar wel lekker geslapen. Niet douchen en geen elektriciteit went ook. Nou was het geval dat er in dit gehuchtje wel elektriciteit op zonne-energie opgewekt werd, maar onze driver was zo clever geweest die draad stuk te rijden. En toen die eindelijk gerepareerd was, was er allang geen zon meer en ook geen energie.
We reden met onze bus, intussen voorzien van een nieuwe reserveband, naar Chenek om daar de mooiste aller wandelingen te maken, tot zo’n 4000 meter hoogte. Halverwege stapten we uit voor een korte tracking naar een plaats met meerdere watervallen. Ondanks het eind van het droge seizoen en er dus geen water te bekennen, opnieuw een landschap van bijna dramatische schoonheid. In Chenek naar een top gelopen, José haakte af vanwege splijtende hoofdpijn, waarschijnlijk vanwege de hoogte. Zij bleef achter met de guard, waar Rob, Sam en de gids hoger en hoger klommen.
Omdat het er naar uitzag dat het de volgende dag zou gaan regenen en onze bus ongeschikt was om de dan onvermijdelijke modderstromen te trotseren, besloten we ’s middags terug te rijden naar Debark en van daar uit direct door naar Jenny in Gondar. Ongelooflijk dat er in het toeristische hart van de Simiens in een redelijk fancy hotel zowat niks van wat er op de kaart staat verkrijgbaar is en we een uur moesten wachten op wat frietjes. Maar van de ijskoude biertjes en een dikke Maxalt knapte José toch weer aardig op.
Wat jammer nou dat VSO collega Jenny al 9 dagen zonder water zat! Evengoed woont zij in een prachtige, goed onderhouden, modern ingerichte en bewaakte flat en heeft, net als alle andere VSO collega’s die we tot dusver hebben ontmoet, een huishoudelijke hulp. Om bijvoorbeeld haar was te doen. Mits er water is… Het is heerlijk om door iedereen zo hartelijk te worden ontvangen. Sam sliep in Lisa’s -Lisa werkt als volunteer voor het Rode Kruis - flat in de logeerkamer.
De dag daarop trokken we met de bus maar dit keer zonder gids door Gondar. Rob wilde graag naar Wolleka, een falasha dorpje heel dichtbij . Daar aangekomen bleken er alleen nog gemengde joden te wonen die bij onze aankomst de tamtam roerden en ons achtervolgden met allerlei snuisterijen. We werden naar de synagoge gebracht, een onooglijk rond gebouwtje wat vast ooit als zodanig dienst heeft gedaan. Over eeuwenoude tekens was met knalblauwe verf een aantal davidsterren gespoten. Waarschijnlijk om geen misverstanden te laten ontstaan.
Gondar is een levendige, redelijk moderne en historisch rijke universiteitsstad. We banjerden door Fassilada’s Bath, een heel groot verzonken zwembad in een mooie en heel vredige omgeving, slenterden door de kasteelruïnes waar ooit diverse koningen in weelde baadden, terwijl buiten de muren hun critici opgehangen werden. We hadden de tijd aan onszelf en hoefden niet voortdurend links of rechts te kijken. Rob was niet helemaal lekker en zo kwam het dat wij gedrieën een hele tijd op een muurtje hebben zitten praten over Sam’s middelbare schooltijd, een periode waarin we het alle drie erg moeilijk hadden en elkaar misschien teveel ontzagen en te weinig echt zagen. Misschien wel de belangrijkste ervaring in deze vakantie met ons drieën.
Debre Birhan Selassie church was echt de moeite waard. Een kleine kerk met prachtige wand- en plafondschilderingen. Rijen gevleugelde cherubijnentjes sieren het plafond en een aardige monk gaf ons uitleg over de schilderingen van heiligen, martelaren en religieuze gebeurtenissen. Op een vraag van José vertelde hij dat in deze kerk de vrouwen niet gescheiden werden van de priesters door een groot gordijn ( de mannen kunnen de priesters gewoon zien, maar de vrouwen zouden te veel verleiding oproepen) omdat er gewoon geen plaats genoeg was. Maar, zo vertelde de priester lachend tegen blootarmige, – benige en ongesluierde José: “De vrouwen verbergen zich in hele grote sluiers!” Ah juist.
’s Avonds aten we met Jenny en Lisa en de chauffeur in “The four sisters”, een heel genoeglijk restaurant waar het plafond alweer werd versierd met cherubijntjes. Het eten was prima, maar desondanks had Rob daarna buikpijn en Sam bleef tot in de nacht spugen totdat er alleen nog gal restte. José genoot intussen samen met Jenny van een heerlijke Schotse Single Malt. Ja, iemand moet het echte werk doen, toch?
Na een hartelijk afscheid op naar Lalibela, waar we de nacht zouden doorbrengen om de volgende ochtend het vliegtuig naar Addis te pakken. Sam lunchte onderweg royaal met een halve fles water en wij helemaal niet omdat de chauffeur zijn stal rook en net deed of hij niet begreep dat we trek hadden. Nou ja, dan maar wat pinda’s, kolo en water. Ook best.
Op naar Addis, waar we Sam zouden wegbrengen en de “leavers workshop” van de VSO opluisteren. We mochten niet helemaal met Sam mee het Internationale gedeelte van het vliegveld op dus bleven hangen voor checkpoortjes om hem naar de loketten te zien lopen voor de incheck. De slungel slofte met een in de Simiens gekochte muts aan zijn rugzak van ons en van het ambivalent ervaren Afrika weer naar huis. Dag jongen, tot gauw maar weer. Zo liepen we terug naar ons hotel langs een inmiddels al aardig bekende route.
Er was een hoop te doen dezer dagen. Naar het VSO kantoor om het nodige geld op te halen waar we nog recht op hadden, de mail weer eens checken, praten met onze office manager. En lunchen met Eden en Mark die we al kennen vanaf de In Country Training. Zij van het office, hij was Iers volunteer, nu bezig een bestaan in Ethiopië op te bouwen. Jawel, er ontluiken hier heel wat liefdes.
Terwijl José zich liet kappen bestelde Rob 32 foto’s op groot en heel groot formaat om mee te nemen naar Sekota. Daar gaat hij in de wijkgebouwen een expositie organiseren van de foto’s die hij er maakte. Het zal de eerste keer zijn dat er iets dergelijks in Sekota plaats vindt. Galeries en musea zijn er niet. Behalve religieuze en een paar politieke zijn er geen afbeeldingen te bekennen. Buiten niet, maar ook nergens binnen. Nou ja, soms een foto van een “graduate” in vol ornaat.
De leavers workshop had qua informatie ook grotendeels schriftelijk afgedaan kunnen worden, maar dan hadden we de hartelijke ontmoetingen met al die collega’s die we een beetje of een heleboel hebben leren kennen gemist! En de vrijdagavond borrel in de British Embassy. En de enorme NGO fair waar ten behoeve van vele goede doelen snuisterijen, kleden, kaarten, kleding, meubilair van handgemaakt kaliber werd verkocht. Van erg mooi tot erg lelijk en van goedkoop tot duur.
Het was jammer dat het zwembad waar we heen gingen juist schoongemaakt werd, maar een erboven gesitueerde expositie van dameskunst was een gelukje en een verademing na zolang niks geen kunst.
De stad was vergeven van de politie en militairen, sommige straten waren geheel voor verkeer afgesloten: Afrika vierde 50 jaar Afrikaanse Unie (voorheen Organisatie voor Afrikaanse Onafhankelijkheid) en dat wilde men weten. Terecht. Ethiopië laat dan trots twee plaatjes zien. 1963: één onafhankelijk Afrikaans land. Juist: Ethiopië. En nu: allemaal onafhankelijk. Nou ja, allemaal met een eigen regering in ieder geval.
Het was goed om op onze voorlaatste dag ook nog het Dergue Museum te bezoeken. De verschrikkingen die dat bewind tussen 1974 en 1991 heeft aangericht deden ons denken aan de Shoah en de oorlog in Joegoslavië, vooral door de manier waarop een en ander was tentoongesteld, inclusief foto’s, botten en kleding van slachtoffers. Iets wat dat regime trouwens wel goed heeft gedaan is de aanpak van het analfabetisme…maar daarover zie je niets in het (gratis) museum.
Thuisgekomen na een lange reis, want we moesten ook nog op een kaal en geheel verlaten vliegveld uren wachten op de college car die ons weer terug zou brengen naar Sekota, wachtte ons een oude vriend: mister RAT. ( En natuurlijk de buna ceremony met eten bij de landlord and landlady.) Dat wil zeggen, de hele keuken lag overhoop en een deel van de woonkamer. Er was dwars door de tube mayonaise en het deksel van de chocoladepasta (juist door Sam meegebracht) heen gevreten. In razernij over zo weinig bereikbaars, we hadden alles verder wel hermetisch in potten weggeborgen, heeft mister RAT waarschijnlijk alles omgegooid, van de kast geduwd, ondergepoept. Na alles weer opgeruimd en schoongemaakt te hebben konden we het in Addis gekochte rattengif aanmaken. Maar ’s avonds ontdekte Rob de schuilplaats van Mr. Rat en verjaagde hem met roach killer! Nog wel gezien sindsdien, maar de oudste zoon des huizes zag hem naar buiten hollen en heeft hem met een goed gemikte steen om zeep gebracht. Nu al een paar dagen geen rat meer en het gif staat nog onaangeroerd. We hebben dus hoop!
Inmiddels hebben we ons vertrek uit Sekota vastgesteld op 24 juni. Dan gaan we naar Addis voor verdere afhandeling van zaken en om nog een reis naar waarschijnlijk Ghana te maken.
In de tussenperiode de afronding hier met enerzijds rapportages, verslagen, aanbevelingen, de “Annual Partnership Review” van een dag tussen College, VSO en Volunteer, veel administratie en “festiviteiten” rond het werk van Rob en anderzijds de huiselijke zaken zoals uitzoeken wat hier blijft en aan wie dan, inventaris opmaken, rekeningen afsluiten en dergelijke. En daartussen ergens ook de opening van de foto expositie.
Het gaat snel nu allemaal. We treuren af en toe al over ons vertrek, maar verlangen ook wel weer naar huis. Al wacht ons ook daar een hele hoop geregel want één van de huurders gaat vertrekken en Melle gaat onze woningen opknappen. Het wordt dus nog even kamperen als we tussen half en eind juli weer in Amsterdam aan hopen te komen. Het zal wennen zijn. Een VIVA schokt ons al van decadentie…kan je nagaan.
Dank aan de tipgevers over het terughalen van verwijderde (foto)mappen. Maar helaas, de map bevond zich alleen nog maar op de SD kaart in de camera en zelfs Recuva kon het niet herstellen. Bij dit blog weer heel wat foto’s. Maar die komen altijd wat later dan de tekst!
The views expressed in this blog are the authors’ own and do not necessarily reflect those of VSO.
-
02 Juni 2013 - 11:52
Harry En Ria:
Genoten van jullie verslag. Zou Sam nooit meer herkend hebben. Tja, kleine kinderen worden groot.
Ontroerend, de zin over het 'gesprek'. Zijn de darmen inmiddels weer rustig? Misschien kunnen jullie hier ook een expositie houden? Op 't landje?
Wij zijn er sinds de opening niet geweest vanwege het weer en andere perikelen.
Nog veel plezier in Ghana en let op jullie spullen.
Lieve groeten
Harry en Ria -
02 Juni 2013 - 17:32
Henriette Jansen:
Dag Rob en Jose,
Wat een verrassing te lezen dat jullie eind juli weer naar Nederland komen.
Had me niet gerealiseerd dat jullie voor een maand of 10 naar Ethiopie gingen. Dacht echt dat jullie ook voor 2 jaar uitgezonden werder.
Zou misschien leuk zijn elkaar in het najaar een keer te ontmoeten en ervaringen uit te wisselen.
Maar ik weet niet of jullie daar op zitten te wachten.
Zou je ons willen laten weten of jullie het ook leuk vinden elkaar te ontmoeten?
e.mailadres is: jansensluis@hotmail.com
sterkte met de laatste maanden, afscheid, afhandeling van werkzaamheden etc.
hartelijke groet van Jacques en Henriette Jansen (vso-Mozambique 2012)
-
02 Juni 2013 - 17:32
Henriette Jansen:
Dag Rob en Jose,
Wat een verrassing te lezen dat jullie eind juli weer naar Nederland komen.
Had me niet gerealiseerd dat jullie voor een maand of 10 naar Ethiopie gingen. Dacht echt dat jullie ook voor 2 jaar uitgezonden werder.
Zou misschien leuk zijn elkaar in het najaar een keer te ontmoeten en ervaringen uit te wisselen.
Maar ik weet niet of jullie daar op zitten te wachten.
Zou je ons willen laten weten of jullie het ook leuk vinden elkaar te ontmoeten?
e.mailadres is: jansensluis@hotmail.com
sterkte met de laatste maanden, afscheid, afhandeling van werkzaamheden etc.
hartelijke groet van Jacques en Henriette Jansen (vso-Mozambique 2012)
-
09 Juni 2013 - 11:00
Johan En Cisca:
Yes!!!!!! de big 5 gezien? Maakt niet uit welke wilde dieren, toch? Wel spennend zo'n cheetah. Die gieren vind ik minder leuk.
Hopelijk zijn alle magen weer tot rust gekomen?
Mooi zo'n moment van bezinning met elkaar. In Thailand werden we ooit eens aangesproken door een monnik, die zei: "je moet niet zo rennen en vliegen, ga zitten en snuif het land op, luister en neem dit in je op."Wijze woorden. Sindsdien nemen we, waar dan ook, altijd even rust. Belangrijk is dat het bespreekbaar is en blijft! Want iedereen verwerkt het op zijn eigen manier.
Een prachtige reis en ik denk dat het voor Sam een enorme ervaring is. Al die indrukken!
De tijd gaat snel en dat jullie dan al weer terug gaan naar Amsterdam. Dat zal een overgang worden!!! Ghana is heel mooi, hoor ik van ouders en zie ik op foto's. Ga er nog even van genieten.
En als jullie thuis zijn, alle foto's bundelen????????? Hoeveel boeken worden dat? Moeilijk om te selecteren.
Liefs
Johan en Cisca
,
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley