That's our culture - Reisverslag uit Addis Abeba, Ethiopië van Rob en José Godfried en Henkelman - WaarBenJij.nu That's our culture - Reisverslag uit Addis Abeba, Ethiopië van Rob en José Godfried en Henkelman - WaarBenJij.nu

That's our culture

Blijf op de hoogte en volg Rob en José

05 Februari 2013 | Ethiopië, Addis Abeba

“That’s our culture”

Na ruim vier maanden durven we iets te schrijven over de Ethiopische omgang met elkaar. Over politiek en cultuur. De taal niet sprekend, zijn we aangewezen op wat we merken, wat ons opvalt en wat ons wordt verteld/vertaald. We zijn beperkt door onze eigen culturele bagage en de plekken waar we geweest zijn: Sekota, Addis, Lalibela , Bahir Dar en Woldya. Het orthodoxe en grotendeels rurale leven hier vormt de achtergrond van onze ervaringen. En het onderwijsmilieu natuurlijk.

Ethiopië was eerder Christelijk dan Nederland. Ligt veel dichter bij het Midden Oosten. Koning Salomo is getrouwd met de Ethiopische Sheba en daar zijn twee richtingen uit ontstaan: Joods en Orthodox Christelijk. Is door de bergachtigheid altijd vrij geïsoleerd gebleven, heeft geen Reformatie gekend en daardoor bleef het geloof orthodox. Komt bij dat hoe verder je van het Midden Oosten komt, hoe meer plaatselijke overtuigingen en vooral gebruiken in het Christendom zijn geïntegreerd om de mensen in het geloof te brengen. Onze Kerstman is een fraai voorbeeld. Was eigenlijk de dorpsgek, maar dat is weer een heel verhaal. Hier speelt de Kerstman dan ook geen enkele rol in de viering. Je ziet ‘m alleen als (Coca Cola) versiering.
De meeste Ethiopiers zijn moslim, maar de Christelijke orthodoxie is landelijk dominant. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de officiële vrije dagen-kalender waarin merendeels Orthodoxe feesten opgenomen zijn, naast de belangrijkste Islamitische. Plaatselijk worden daarnaast verschillende officieuze dagen vrij genomen. Men gaat dan gewoon niet werken.

Het arbeidsethos is afgestemd op de korte termijn.
Vandaag is de kerk belangrijk, dus daar gaan we naartoe. We vieren de naamdag van een Heilige, wat zullen we dan werken?
Vandaag is het markt, dus we gaan boodschappen doen voor de hele week. Werken doen we morgen wel. Behalve de lessen die we moeten geven, die doen we even.
Vandaag is er een meeting gepland door de baas, dus daar ga ik heen (al is het zondag).
Morgen hebben we Engelse club georganiseerd, dus dat vertel ik vandaag aan de studenten ( en niet eerder, want dan denken ze er niet meer aan).
Iedereen die aan het werk is kan altijd worden aangesproken. Dat wordt hier niet als storing ervaren. Dat kan in de klas zijn, waar regelmatig mensen binnenkomen voor het één of ander en dan meteen aandacht krijgen. Of als je achter de computer werkt, de aanspreker krijgt meteen aandacht. Of als je in gesprek bent, informeel of formeel, maakt niet uit. Wie iets vraagt krijgt onmiddellijk aandacht.
Voor wie het time management diagram van Covey kent: dat heeft hier dus geen enkele betekenis. Het begrip “urgent” is typisch westers ingevuld, evenals “belangrijk”. Hier is alles dat zich aandient van boven of van iemand die je kent en die iets vraagt, tegelijkertijd belangrijk én urgent. Tot het moment dat die ander weer vertrekt. Dan ineens helemaal niet meer. Dat betekent dat werkafspraken “flexibel” zijn. Ze gelden tot er iets anders belangrijker en urgenter is. Dat hoor je niet van tevoren, maar achteraf. En dan maak je een nieuwe afspraak die uiteraard ook flexibel is.
Voor vaste lessen die volgens een rooster georganiseerd zijn geldt dit niet. Die worden altijd op de afgesproken tijd verzorgd. Maar wat deze flexibiliteit voor de voorbereiding op de lessen betekent laat zich raden: die is er niet, of alleen formeel (iedereen moet voor elke les die gegeven wordt een lesvoorbereidingsformulier laten aftekenen door de “head of department”- het sectiehoofd!). (Zie ook actueel voorbeeld verderop.) Reflectie? Evaluatie? Wie meer aandacht aan voor-en nabereiding geeft dreigt stress op te lopen. En daar is niemand blij mee. Behalve de deans heeft niemand een eigen werkplek op het College. Spullen daar bewaren is ook lastig: je hebt geen sleutel van het werklokaal en ook niet van de kast waar spullen in kunnen.
Hoewel iedereen de zogenaamde “Academische kalender” heeft, kijkt bijna niemand daar in. Er wordt op vertrouwd dat de verantwoordelijke personen zaken regelen en dan hoor je wel wanneer je waar heen moet. Bijvoorbeeld: er is een periode dat de meeste docenten naar studenten op praktijkbezoek moeten. Dat betekent dagen weg zijn, want de te bezoeken studenten zitten op scholen op één of meer dagreizen afstand (lopend of met openbaar of geritseld vervoer – dat zoek je als docent zelf maar uit). De verantwoordelijke personen regelen dit inderdaad: de vrijdag voor de betreffende week hoort iedereen waarheen hij moet. De te bezoeken studenten merken wel wanneer de docenten komen, evenals de scholen.
Het is hier onbeleefd om je bezoek van tevoren aan te kondigen aan een autoriteit, zoals een schoolhoofd: “wie ben jij wel dat je mijn tijd van tevoren kunt claimen??” Maar als je onaangekondigd aankomt ben je van harte welkom en wordt alles voor je opzij gezet. Dán ben je urgent en is je bezoek belangrijk! Daar zou Covey in de hemel nog eens een heel ander time management systeem voor moeten bedenken!

Er zijn heel actueel nog twee voorbeelden toe te voegen. Maandag kreeg ik toen ik op het College tegen achten aankwam eerst te horen dat alle lessen met 20 minuten waren ingekort om de docenten voor de middag vrij te maken voor een gisteren (zondag dus) door de partij (!) als hogere autoriteit aangekondigde bijeenkomst. Al een verbetering met voorheen, want toen hoorde ik dit achteraf. Aangezien ik een observatie afspraak had kwam die een beetje in het gedrang. Maar illustratiever nog is het feit dat de docent dit ook pas te horen kreeg toen hij voor zijn les aankwam. De mede vanwege mijn observatie geheel uitgeschreven lesvoorbereiding kon dus deels in de prullenbak.
Ten tweede kreeg ik te horen dat de Universiteit die op de kwaliteit van het HDP (“mijn” programma) moet toezien (the moderating university) gisteren had gebeld met de mededeling dat ik aanstaande vrijdag present moet zijn voor een workshop. Mij hadden ze zondag wel proberen te bellen, maar niet bereikt. Best mogelijk, ik was ergens in de bergen. Later werd ik gebeld door de moderator (ik ken hem redelijk, al verschillende keren ontmoet in verschillende situaties en rollen - een aardige man, maar ik kan nog weinig hoogte krijgen van zijn professionele kwaliteiten). Dat ik verwacht word drie dagen aanwezig te zijn op de workshop(s), vrijdagochtend tot en met zondagochtend, samen met mijn tutors. Dat betekent donderdag vertrekken, want het is minimaal 8 uur rijden naar Dessie. En dat ik ook een workshop moet verzorgen, over reflectie, want dat zou me wel makkelijk af gaan. Dat zijn dus opdrachten. Ik moet dat doen. Wat ik voor donderdag en vrijdag had staan regel ik maar weer weg. En wanneer ik de workshop moet voorbereiden zoek ik ook maar uit. Zo gaan de dingen hier. Van donderdag tot en met zondag zijn we dus weg.

Het nieuws zoals ik dat hier af en toe op TV zie in een café (wij hebben geen TV) bestaat uit twee: Ethiopisch en Engels. Het eerste is duidelijk nationalistisch, oppervlakkig en duurt een minuut of tien. Wordt voortdurend herhaald. Meest opvallend vind ik dat Meles Zanawi, de een half jaar geleden overleden vorige premier nog steeds overal bij wordt gehaald met oude beelden. Dat is strategie omdat Meles een ongekende populariteit had, maar de partij door velen werd gewantrouwd. Hoe de nieuwe premier zich zo een positie moet verwerven? Het Engelse nieuws is Internationaal, maar ook oppervlakkig. Veel voetbal natuurlijk. Het meest heb ik aan de “onderstroom”. De korte headlines die onder de beelden meelopen over allerlei onderwerpen. Die kan ik verbinden aan wat ik op internet aan informatie inneem. Over het gijzelingsdrama in Algerije bijvoorbeeld. De nationale TV zenders worden natuurlijk gedomineerd door partijmensen en daarmee is er ook sprake van controle. Maar er vindt bij mijn weten geen regelrechte censuur plaats. Er zitten wel onafhankelijke journalisten in de bak. Schotels kunnen alles ontvangen, inclusief CNN, AL Jazeera, BBC). Kranten zijn er niet in Sekota, maar wel in de steden. In het Amhaars en in het Engels. De laatste ook weer heel oppervlakkig, de eerste kan ik niet lezen. De meeste mensen hier halen hun nieuws uit twee bronnen: internet (ongecensureerd) via de telefoon (via dewelke ook facebook zeer populair is) en partijbijeenkomsten. Wil je hier een behoorlijke positie krijgen, een benoeming als dean bijvoorbeeld, dan moet je zeker lid van de partij zijn (de EPRDP – Ethiopian Peoples Revolutionary Democratic Party). Wie dat niet is maakt zich daar natuurlijk heel druk over. Omdat ik me probeer neutraal te houden en omdat ik de dagelijkse omgangstaal niet machtig ben is het moeilijk in te schatten hoe de mensen politiek denken en erachter te komen waar ze zich druk over maken. Ik ben afhankelijk van vragen en soms vertelt iemand me spontaan iets. Zo ben ik een keer door een collega meegenomen naar een café waar hij me vertelde bang te zijn van de partijcontrole omdat hijzelf van een ander volk is (maar wel Amhaars). Wat ook weer een beetje onzin is, want alle mensen die ik hier ken van het College zijn Amharen. Het moet dus zijn omdat hij tegen de partij is. Velen houden zich neutraal omdat je beter niet tégen de partij kan zijn. De communis opinio is wel dat de partij ervoor heeft gezorgd dat de verschillende volken en religies elkaar respecteren en er (nog) geen gedoe is door fanatici van enige religie. Hoewel het orthodoxe geloof dominant is, zijn de meeste inwoners van Ethiopië moslim! (Niet hier: hier is de verhouding 95% Orthodox Christelijk – 5% moslim).

Er wordt gesproken over de schermutselingen aan verschillende grenzen, de energievoorziening door dammen (die waterconflicten met Sudan en Egypte geven), de glorieuze geschiedenis waarin de verschillende krijgsheren vreemde machten dan wel rivaliserende krijgsheren versloegen. Musea zijn hier opslagplaatsen van schijnbaar ouwe rommel, nauwelijks verlicht, geen uitleg. Ook hier vallen nog wel wat skills te delen.
Het gesprek vd dag is natuurlijk voetbal, gezien het Afrikaans kampioenschap. Maar het enthousiasme is geluwd na eliminatie van het Ethiopisch team.
Sekota is ook nog duidelijk male dominant. Omdat het ruraal gebied is. In de steden zie je veel meer gelijkheid. Die ontwikkeling is niet anders dan bij ons, alleen later en misschien trager.

De positie van kinderen is interessant. Hier in Sekota zien we dat kinderen meestal hun eigen ding doen, op elke leeftijd. Er wordt weinig samen met ze gedaan, zeker niet buitenshuis. Dat maakt ze heel zelfstandig, want ze moeten zichzelf vermaken. Verveling wordt nooit opgelost door volwassenen. Opvoeding vindt onnadrukkelijk plaats door doen, door gewoon (voor te ) leven. Ik geloof niet dat er veel gepraat wordt. Ook niet tussen man en vrouw overigens. Wij wisten eerder dat onze buuv zwanger was dan haar man…en als de dean voor een conferentie een week weg is, weet ik wanneer hij terugkomt, maar zijn vrouw niet…Straffen van kinderen gebeurt wel: fysiek, maar het is wettelijk verboden. Positieve versterking van gedrag zien we niet zo. De groten slaan de kleinen, de kleinen slaan de dieren. Dat werk. Op school is een vak dat “civics” heet. Daarin krijgen de kinderen les in wat moet, wat mag, wat niet mag. Moeten ze als regels leren. Feitenkennis. Geen ruimte voor nuances.

Gastvrijheid is hier enorm. Word je in NL wel eens in een restaurant uitgenodigd om van het bord mee te eten? Nou hier wel: de injera is er voor iedereen hoor. Familiebanden zijn belangrijker dan buren. Er is hier vrijwel geen contact met de directe naburen (geen familie), maar wel heel veel met de overburen (wel familie).

Wat ik heel prettig vind is dat uiterlijk gewoon benoemd wordt zonder waardeoordeel. Je bent zwart of wit, of er tussenin, je bent dik of dun, groot of klein, blind of ziend, mank of niet. En de lichamelijkheid. Aanraken is hier heel gewoon, mannen hangen om elkaars nek, lopen hand in hand. (Maar homoseksualiteit is taboe.) Lichamelijkheid is een onderdeel van vriendschap en van seksualiteit losgekoppeld. Bloot is hier dan ook helemaal geen punt. Het is heel anders dan ons van te voren is verteld. Die bedekkende kleding is bijvoorbeeld onzin. Niet dat hier nu zo bloot wordt gelopen. Het gaat gewoon om functionaliteit. Zowel mannen als vrouwen doen hun behoeften langs de kant van de weg. Baby’s aan de borst zijn er overal in de openbaarheid. Schaamte is hier alleen aan seksualiteit verbonden. Misschien mede een gevolg van armoede. Als je bijna geen kleren aan je lijf hebt maak je je ook niet druk om een blote bil. José is behoorlijk bruin boven haar borsten en een keer wilde een vrolijke jonge dame weten waar ze eigenlijk een echte witte werd: haar truitje werd zowat over haar tiet getrokken! Maar zodra iets een seksueel tintje krijgt, ja dan ga je over een grens.
Ik (josé) kan nog toevoegen aan het verhaal over schaamte, dat het not done is om in doorschijnende kleding te lopen en dat een decolleté tot aan je navel best kan, maar een rok boven de knie niet. Borsten zijn inderdaad (ook) functioneel, benen kennelijk niet.
Verder zoekt men hier altijd contact. Op een flinke wandeling in de bergen lopen er al gauw af en aan zo’n mannetje/vrouwtje/kindje of 8 met ons mee. Niet altijd even prettig, want ze lopen je ook voor de voeten en de paden zijn in dit droge seizoen glad van gruizigheid. Ook hebben ze de neiging om je de oren van de kop te kletsen en je voortdurend om allerlei plaatsen aan te raken. Onlangs heb ik mijn eerste ervaring gehad met apert ongewenste intimiteit. Een herder begon tegen me te kletsen, volgde me even, aaide me over mijn arm en greep me toen van achteren vol in het kruis. Ik heb zo hard gevloekt dat hij weg spurtte, maar hoop dat het bij deze ene keer blijft!

Ethiopiërs die elkaar vluchtig ontmoeten of na zo een ontmoeting weer uiteen gaan vertellen elkaar altijd waar ze heen gaan. Het is dus niet zo vreemd dat je hier heel vaak in het voorbijgaan “wer joe go?” hoort. Meestal antwoord ik niet of met “gaat je niks aan”, of ik wijs in mijn looprichting en zeg “that way”.

Privacy bestaat hier nauwelijks. De persoonlijke comfortzone van pakweg een meter, zoals wij die kennen bestaat hier niet. We worden op decimeters afstand door hele groepen omringd. Dat doen ze niet alleen met ferengi. Iedereen zit, staat, hangt op ieders lip. Alleen het staren bewaart men voor ferengi. Dat is ook werkelijk soms afschuwelijk, zo dichtbij zo indringend.
Zodra een raam of deur openstaat kijkt en loopt iedereen ongegeneerd naar binnen, ongeacht wat je aan het doen bent.
Niemand maakt een geheim van zijn inkomen of wat iets gekost heeft (en niet om op te scheppen!). Alle dossiergegevens van collega’s liggen als het ware op straat. Iedereen kan alles bekijken. Maar het interesseert aan de andere kant niemand. Dus niemand kijkt erin. Het interesseert iedereen alleen als mogelijk onderwerp van gesprek. Het gaat om de (persoonlijke) communicatie. Niet om de informatie.
Ik word dan ook nooit van te voren ergens over geïnformeerd. Tenzij het toevallig ter sprake komt in een gesprek. Mijn Amhaars is niet je dat dus ik kan geen enkele aankondiging die opgeplakt is lezen, ik kan geen enkel signaal uit een gesprek van anderen opvangen – en zo informeert men zich hier natuurlijk wel. Vrijwel niemand hier beseft dat, dus grijp ik vaak ergens naast, weet niet wat er aan de hand is, wat komen gaat.

Er heerst een soort kinderlijke afhankelijkheid onder mijn collega docenten. ( En ik denk dat het zo is bij alle formele, publieke organisaties.) Ze volgen exacte instructies van hogerhand. In mijn klasje raakt men dan ook ernstig in de war als ik zeg dat ze iets maar even helemaal zelf moeten uitzoeken met het Handboek erbij. Ze willen van te voren zekerheid hebben dat ze doen zoals ik dat goed vind. Ze willen graag exacte instructies volgen. Daar ben ik toch al niet zo van. Hopeloos vind ik dat soms. Eigen initiatieven worden er dus niet genomen. Behalve in het vrije ondernemerschap. Dan staat er niemand boven je. Velen starten dus iets. Een winkeltje, een handeltje. In ondernemen lijken velen zeer bedreven. De winkeltjes schieten hier Sekota uit de grond (soms letterlijk!), in afwachting van de bevolkingstoename en de komende grotere populatie van het nieuwe College?

Waarin gedragen we ons gelijk? Bijvoorbeeld in het gebruik van plagerige humor, valt me op. En in het beschermen van elkaar. Pas op hoor, het is donker. En in het roddelen. Iedereen weet wel weer iets te vertellen over die en die…
En ja, we zijn allemaal mensen die naar een betere levensstandaard streven. Dus wie kans ziet om hogerop te komen, meer te verdienen, die laat die niet lopen. Al mijn collega’s willen wel naar Europa of Amerika, iedereen met een beetje opleiding wil dat zijn/haar kinderen verder komen. Scholing is belangrijk.

Daarvan de kwaliteit verbeteren is een duidelijk streven van de regering. En daar probeer ik een klein ministeentje aan bij te dragen.
Een andere keer daar maar weer iets over.

Tenslotte iets heel anders:
Mijn moeder is bijna een week voor haar 94e verjaardag rustig heengegaan. Ze heeft niet veel meer geleden; was op het laatst wel erg benauwd. We hebben een moeilijke week gehad, maar voelen ons zeer dankbaar voor alle liefdevolle en persoonlijke betrokkenheid en steun van familie en vrienden in Holland en onze buren en Robs collega’s hier in Sekota.
Maandagmiddag is mama in Eindhoven gecremeerd. Wij zijn hier in Sekota de bergen ingegaan om een herdenkingsplekje voor haar te maken.

  • 05 Februari 2013 - 22:29

    Tuba:

    Ik ga eerlijk zijn José: je haar is niet goed geknipt, maar ziet er wel leuk uit van voren! Kom je straks helemaal grijs terug? Ik heb je nog nooit met zoveel uitgroei gezien.
    Leuke blog weer, trouwens. Tijdens het lezen kwam mijn moeder even naast me staan en vroeg of ik met huiswerk bezig was. Toen heb ik even uitgelegd dat ik via internet jullie verhalen uit Afrika kan lezen. Heel geinteresseerd vroeg ze gelijk wat jullie allemaal schrijven. Sommige dingen doen haar denken aan haar dorpse leven vroeger in Turkije..

  • 06 Februari 2013 - 17:23

    Betty :

    Lieve José en Rob, zojuist "" ademloos" jullie verslag gelezen. Buitengewoon interessant!!!!!!! Mijn condeolances voor het overlijden van mama en schoonmama. Ze moest eens weten, dat ze een eigen plekje heeft gekregen in zo een warm ver land. Anderhalf jaar geleden had je dat toch niet kunnen bedenken. Ik schrijf jullie een dezer dagen verder. Maar ik wilde even iets laten horen. Kus, Betty

  • 07 Februari 2013 - 13:49

    Liesbeth:

    Gecondoleerd!!!

  • 07 Februari 2013 - 13:55

    Ingela:

    lieve Rob enJjosé
    Wat een bijzonder mooi gedetailleerd verslag!
    Ik word er blij van als ik het lees.
    Heel veel lieve aanrakingen, kuzz Ingela

  • 07 Februari 2013 - 18:30

    Ann En Frans:

    Beste José en Rob,
    Toch wel heerlijk als je zo,n verslag kan schrijven wat meteen een indruk geeft van de mensen daar.
    En dan komt onderin mamma is overleden, van ons voor jullie gecondoleerd, maar een mooie leeftijd.
    Fijn dat jullie een plekje hebben om haar te gedenken. dank voor deze aflevering met die mooie foto,s.
    Groet Ann en Frans

  • 11 Februari 2013 - 09:38

    Johan En Cisca:

    Allereerst gecondoleerd met het vrelies van je ( schoon)moeder. Het blijft altijd een moeilijk moment als je moeder overlijd. Het is de 2e keer doorknippen van de navelstreng. Nu moet je het zelf gaan doen! Maar het is een "gezegende" leeftijd. Koster de mooie momenten en dierbare herinneringen.

    Wij zijn net terug uit Nepal en India. Wat leuk is om uit jullie verhaal toch veel raakvlakken te herkennen met Nepal en India. We hebben inderdaad een cultuur shock ondergaan. Ten eerste de vuiligheid, overal afval ( met bijbehorende geuren ). Vaak geen electriciteit ( geen licht en/.of verwarming) zodat mensen zodra het donker wordt vuurtjes stoken op straat van alles wat wil branden ( en plastic brandt ook.... en stinkt) Zodra de zon onder is wordt het rond of onder het vriespunt. Een groep woont in huizen, maar een grote groep woont op straat in tentjes van bouw plastic, golfplaat, zakken e.d. Veel brommertjes en auto's zonder roetfilters. De smog is te snijden. Tussen het chaotische verkeer ( alles kris kras door elkaar en je maakt je kenbaar door te toeteren) lopen kippen,geiten en natuurlijk de koeien en honden. Alles wat leeft wordt gerespecteerd, dus rijd je niet aan. De mensen zijn zeer nieuwsgierig naar jou als vreemdeling en zeker als blanke. Men spreekt soms redelijk Engels, maar begrijpen doen ze het niet altijd. Where you come from? from heaven Oh that's a nice country.!
    Geloof?? Van alles door elkaar. Vooral Hindoe maar ook Boedisten en Moslims en ook Christenen. Maar iedereen heeft zijn/haar eigen Goden om aan te spreken. Mooie dingen gezien, maar ook de rituele lijkverbrandingen (voelt toch een beetje als inbreuk op iemand zijn privacy, maar er is heel veel publiek van geen direct betrokkenen ).Er is een leerplicht, maar er is geen controle op het naar school gaan. Er zijn ook prive scholen, daar is meer controle. Veel kinderen lopen op straat ( smerig!) en werken ( en bedelen) Ook kinderen van 2 jaar oud zijn uitermate goed in het aanklampen om te bedelen. Maar India heeft ook de beste IT mensen. De universiteiten staan hoog aangeschreven. Het kaste systeem is officieel afgeschaft, maar niemand houdt zich daar aan. De vrouw is nog steeds niet gelijkwaardig en de lagere kaste heeft het nog steeds heel arm! De mensen zijn ook erg lichamelijk. Graag aanraken en je volledig observeren op zeer nabije afstand. Foto's maken van witte mensen hoort er ook bij.
    De heersende gedachte bij alle mensen is dat dit leven niet de moeite waard is, pas een volgend leven wordt beter. Tot je uiteindelijk niet meer terug komt en het Nrwana bereikt. Mogelijk komt het hierdoor dat men weinig zorg heeft voor de omgeing en men gelaten het leven ondergaat. Geen kritiek, geen ambities ( m.n. in de lagere kasten ) Het leven is een tranendal, het liefst zo snel mogelijk naar het volgende leven. Doodgaan is niet erg. Je komt dan steeds dichter bij de uiteindelijke bestemming.
    Als iemand dood gaat wordt hij/zij dezelfde dag gecremeerd en de as wordt in de rivier gegooid. Een rivier die in de Ganges uitloopt. De lijken worden ingepakt (oranje doek) vervoerd boven op een vrachtwagentje of tjoek tjoek. Naast de verbrandingen aan bijv. de Ganes zijn elke avond en ochtend ook de rituele badceremonien. Het Ganges water wordt zelfs gedronken. Dat is toch wel even wennen met onze Westerse cultuur.
    We hebben veel gezien, ons hoofd zit nog vol van lawaai, geuren en indrukken. Zal nog wel even duren voordat we alles een plek hebben gegeven. gelukkig hebben we veel foto's.

    Liefs
    Johan en Cisca

  • 13 Februari 2013 - 16:47

    Gea Zwaneveld:

    gecondoleerd met je moeder (schoonmoeder)
    en het was wer een prachtig verslag, dankjewel

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Rob en José

Actief sinds 05 Juli 2012
Verslag gelezen: 797
Totaal aantal bezoekers 59868

Voorgaande reizen:

26 Augustus 2014 - 29 Oktober 2014

Australië en Kalimantan

29 Juni 2013 - 28 Juli 2013

Ghana One Love Foundation

11 September 2012 - 01 Juli 2013

Sharing skills in Ethiopië

Landen bezocht: