Eindelijk aan het werk.
Door: Rob
Blijf op de hoogte en volg Rob en José
20 Oktober 2012 | Ethiopië, Addis Abeba
Van de zes kandidaten hebben er drie om overplaatsing naar een andere PABO gevraagd. Niet omdat ze deze school niet prettig vinden, maar omdat ze dan (weer) in de buurt van hun gezin/familie kunnen werken. Docenten worden hier simpelweg “geplaatst” op een plek waar ze nodig zijn. Dat doet het voor het hele district verantwoordelijke onderwijskantoor. Ook studenten worden op een school geplaatst. Misschien wordt er wel met persoonlijke wensen rekening gehouden, maar daar is het plaatsingsbeleid zeker niet op gebaseerd. Zo kan het dus gebeuren dat er in Sekota ontheemde docenten werken die logeren in een gehuurde kamer, ver weg van hun gezin en familie. Velen hebben elders vrouw en kinderen. Alle docenten en leidinggevenden op het CTE zijn mannelijk, op één na.
Als dus aan verzoeken van sommige kandidaten wordt tegemoet gekomen zullen die het programma verder op een andere CTE volgen en worden ze in mijn groep vervangen door nieuwkomers. Het is de vraag of die dan inmiddels dezelfde onderdelen hebben gehad, want het is de bedoeling dat je flexibel en afstemmend met het programma omgaat als de doelen maar in beeld blijven. Bovendien kunnen ze dan nog van verschillende plekken komen…Mijn werk om de eerste weken een echte coöperatieve groep met gedeelde social standards te vormen kan dan dus wel eens teniet gedaan zijn. In dat opzicht opnieuw beginnen maar.
Inhoudelijk moet ik voortdurend checken of de gehanteerde terminologie op dezelfde manier begrepen wordt als ik / het programma het bedoelt. Uitgaan van de actuele ontwikkeling van de groep en de individuen om dan een volgende stap in ontwikkeling te zetten is een moeizame zaak. Men verwacht eerder dat ik zeg wat iets is en dan leert men dat. Het begrip “reflectie” bijvoorbeeld. Om de actuele stand van zaken te kennen heb ik gevraagd naar de wijze waarop dit begrip op dit moment door iedereen wordt geïnterpreteerd en gehanteerd. Na de verzameling van interpretaties meende ik verder te kunnen gaan met verdieping van het begrip. Maar daar was verzet tegen. “Ja, wat is de definitie nu?” Mijn antwoord dat dit nu onze voorlopige gezamenlijke definitie was en dat we er verder over zouden gaan leren in de loop van onze activiteiten, dat we dan zouden gaan herformuleren en dat er bovendien heel wat definities mogelijk waren en dat er ook het een en ander in over in onze map staat, was voor sommigen beslist onbevredigend.
Men kent heel wat “werkvormen”, maar waar die precies voor staan, wat de bedoeling ervan is en hoe je die afstemt op inhouden en groeps(ontwikkelings)behoeften, is nog onduidelijk. Dat is overigens ook in Nederland nog vaak het geval. Maar niet op dit niveau geloof ik.
Het onderwijs is voor de studenten nog helemaal niet begonnen; pas over twee weken. Dat betekent dat er eigenlijk maar hooguit 8 maanden les gegeven wordt. Een cursusjaar bevat hier ongeveer 460 klokuren. Aangezien het derde en laatste jaar grotendeels praktijkjaar is, krijgen de studenten hier hooguit 1100 lesuren en zijn dan gediplomeerd leerkracht voor een basisschool, mits ze slagen voor hun examen. Het instroomniveau wordt door veel docenten hier (erg) laag genoemd. De meeste studenten die naar een CTE gaan hebben het niveau van grade 10 (eind 2e klas VO) en kunnen vanwege hun lage niveau niet door naar grade 11 op een highschool of college. Want wie dat wel kan en voldoende (financiële) steun van huis uit heeft gaat wel door en hoopt dan op een Universiteit uit te komen. De meeste studenten met een hoger niveau hier zijn dus arme studenten. In die zin is het voor hen een mooie springplank. Het zal ook duidelijk zijn dat motivatie om leerkracht te worden bij de meeste studenten helemaal niet aanwezig is. De docenten op het CTE hebben dan ook een moeilijke baan. Sommigen zijn behoorlijk gefrustreerd en noemen het een “challenge” om met de lage niveaus en slechte motivatie van studenten om te gaan.
Het zij ze dan ook maar vergeven dat ze in de tijd dat ik hier ben vooral druk zijn met kletsen, met mobieltje pielen, pingpongen en van en naar huis lopen. Op sommige dagen is er wat meer activiteit, bijvoorbeeld als er kandidaat studenten komen, zo’n 400 per dag, die een toelatingsexamen doen. Men vindt het dan ook wel hard werken. “Registratiedagen” zijn ook best druk: tweede en derde jaars studenten komen dan met briefjes om door de docenten te laten aftekenen. Daartoe zitten of staan deze docenten dan buiten met elkaar te kletsen om tussendoor de briefjes aan te nemen en te tekenen. Ze dragen dan ook mappen bij zich. Ik doe hier wat badinerend over, maar het is even mijn manier om aan de cultuur te wennen en te leren accepteren dat dit zo is. Als ik ernaar vraag vindt iedereen ook dat het werkelijk noodzakelijk is om zoveel met elkaar te kletsen, want “dat is onze cultuur”. Tegelijkertijd wordt me gevraagd hun iets te leren over time management. Want ja, daar zijn Europeanen zo goed in. (Is trouwens onderdeel van het HDP.)Wil ik best doen, maar dat zal dan toch echt jullie werkcultuur beïnvloeden, is mijn reactie. Ja, dat kan natuurlijk niet!
Ik heb echt veel lol met de collega’s hier. (Is geen ironie!)
Enfin, ik heb het voor elkaar dat de sessies op tijd beginnen, iedereen op tijd op individuele afspraken is, dat iedereen actief meedoet aan de activiteiten in de groep en er een heel plezierige en leergierige sfeer is. De tutors lijken hun speciale verantwoordelijkheid op te gaan pakken. En dat moet wel, want over een week moet ik naar de HDPconferentie in Addis en moeten zij het programma uitvoeren. Ik zal het goed met ze voorbereiden! .(Ze hebben aangegeven aan het eind van het jaar in staat te willen zijn zelf het HDP uit te voeren. Dat vraagt nog wel wat van ze en van mij.)
Op veel plaatsen hier en in Addis zie je borden: “No woman left behind”. In het HDP zit ook een onderdeel gender, waarin het gaat om de gelijkwaardigheid van man en vrouw en het stimuleren van meisjes. Het verschil tussen officieel beleid en wetgeving enerzijds en de hardnekkige praktijk is vele malen groter dan in Nederland. Dat vrouwen hier de was doen (op de hand, zonder wasbord), het eten maken met beperkte middelen, de boodschappen doen, voor de kinderen zorgen (dit alles als een huishoudster dat niet doet –gemiddeld verdienende gezinnen, waarin de vrouw ook betaald werk doet, hebben een meisje dat 13 uur per dag het huishouden doet) en dat mannen als ze thuiskomen melden honger te hebben waarna de injeera op tafel komt, dat is natuurlijk gewoon “our culture”. Hier in Sekota is er niemand die dat verbindt aan gelijke rechten en plichten of zoiets. ’s Morgens als ik voor het werk even een koppie buna (koffie) ga drinken zit het café vol met wel 50 mannen, waarvan het grootste deel daar ook ontbijt. Geen vrouw te bekennen. Left behind waarschijnlijk. Niet zo heel anders dan bij ons trouwens. Hoe lang heeft het bij ons geduurd voordat er in de praktijk een gelijkwaardiger verhouding tussen M en V kwam?
Nog wat oude aantekeningen over het CTE:
Ik stond weer eens te kletsen met een aantal teachers van the College op de galerij voor de lokalen. Op de meeste dagen zit en hangt iedereen zeker wel een uurtje of twee in totaal bij elkaar om diverse zaken van het leven door te nemen. Met mij gaat het nu vaak over religie, over Nederland, over Mary (mijn voorgangster), over het eten hier, over de geschiedenis van Ethiopië en Sekota, over het onderwijs, de regering en de staatsinrichting, over arm en rijk en ook hier gaat het over het weer.
Ook de dean doet regelmatig mee. Vandaag liep hij langs en zei iets tegen één van de zittende leraren, die daarop opstond en mij zijn plaats aanbood. Ik vroeg wat de dean zei en de leraar antwoordde dat hij hem had gezegd zijn zitplaats aan mij af te staan. Ik riep de dean achterna: “Thank you boss!” en dat vond iedereen erg grappig, ook de leraar die was opgestaan. Ik nam uiteraard zijn plaats in en zo kletsten we lekker verder.
Mijn lokaal is enorm vies. Er ligt niet alleen vreselijk veel stof overal, op de grond, aan de muren, in de spleten en op de vensterbanken, maar overal liggen ook dode insecten van allerlei aard en hier en daar poep van bezoekende vogels. Gewoon de vloer vegen heeft geen enkele zin. Zonder de muren en vensterbanken te doen en zonder te dweilen is het vegen met de stofkraan open. Er moet dus eerst grondig worden geveegd en dan gedweild. Er is een schoonmaakster die dat moet doen. Dat is een kleine dunne vrouw met een sleepvoet. De eerste dag dat ik er was, heeft ze meteen het lokaal geveegd en de prullenbak geleegd. Een paar dagen later hebben we afgesproken (de vice dean en ik, met de schoolmaakster is geen Engelse communicatie mogelijk) dat er een keer grondig geveegd en gedweild wordt. Maar er is geen water. En dus gebeurt er niets. Ik heb wel een emmer en een paar sponzen gekregen (daar is uiteraard administratie voor nodig, zie volgende stukje). Ik neem nu een paar dagen lang een fles water mee, tot er genoeg is om te dweilen. Kijken wat er dan gebeurt. (Niets dus…)
Ik had een aantal spullen nodig. Ik kan alles krijgen van de store keepster, want de schoolleiding heeft te kennen gegeven dat aan mijn wensen zo mogelijk moet worden voldaan. Ik zocht dus een aantal spullen uit die ik nodig dacht te hebben, zoals een lange liniaal, een schaar, een emmer en sponzen en nog zo wat kleinigheden. De wijze waarop het magazijn geordend is, is een raadsel. Het is gewoon niet geordend, denk ik. Wat binnen komt gaat naar waar plek is, of gemaakt wordt. Desnoods op een stoel of op andere spullen die er dan weer onderuit kunnen worden gevist, of op de grond zo er nog open plekken zijn waar toch niet gelopen hoeft te worden. De store keepster weet misschien wel zo’n beetje waar alles is gebleven. Zij zit het grootste deel van de dag in of buiten haar “store”. Ze zit. En ze groet iedereen, mij ook, heel vriendelijk. En af en toe komt iemand een praatje met haar maken. Van de school, of een vriendin die langs komt. Tussen de middag gaat ze, als iedereen, naar huis en sluit ze het lokaal af. Tot nog toe ben ik misschien haar enige “klant” geweest. De studenten komen ook pas komende week en dan zullen de leraren vast wel spullen halen. Enfin, ik had dus wat nodig en dat werd verzameld en ik kreeg het mee. Toen kwam iemand van de ondersteuning. Die maakte op een speciaal briefje precies op wat ik allemaal had meegekregen, tot en met een halve meter stof als schoonmaakdoek toe. Daar moest hij dan mee naar de dean die het af zou tekenen. Dat was kennelijk een aparte taak die de store keepster er niet even bij kon doen.
Vandaag kwam ik voor touw. Of er ook touw was. Nee, schudde de store keepster, dat was er niet. Geen touw. Intussen was mijn oog al gevallen op iets dat toch verdacht veel op touw leek. Tussen allerlei spullen en halfopen dozen zat ergens rondom iets van stof toch duidelijk touw. Ik trok eraan en zei triomfantelijk: “Look, rope!”. De store keepster stond glimlachend op en hielp me twee stukken touw die kennelijk als verpakkingsmateriaal hadden gediend op te vissen en uit de knoop te halen. "So, you didn’t know you had rope.” Ze grijnsde. We rolden het touw tot een knot en ze gaf het me mee. “No administration?” vroeg ik. Ze moest lachen en schudde haar hoofd.
-
20 Oktober 2012 - 18:01
Helga:
Wat heerlijk, en tegelijk triest om te lezen dat er zo weinig is veranderd in 17 jaar; ik herinner mij mijn eerste brief naar huis over mijn werk, waarin ik schreef dat ik voor een pen uit het magazijn drie handtekeningen had moeten zetten. En dan de dilemma's... wanneer pas je je aan aan de heersende werkcultuur en wanneer ga je die proberen te veranderen omdat dat nou eenmaal bij je jobdescription hoort... Ook mooi om bij mezelf te bemerken dat ik nu met sentiment de verhalen van jullie lees over de dingen waarover ik me destijds kon opwinden... Nogmaals heerlijk! Ga alsjullieblieft zo door! -
21 Oktober 2012 - 11:16
Tuba:
Haha die laatste foto! Zo ineens blote billen als afsluiting van je verhaal. Ik snap niet zo goed, waarom die leraar moest opstaan voor jou en al helemaal niet waarom jij ook daadwerkelijk bent gaan zitten op "zijn" plek.
Ik vind het zielig voor alle women left behind. Het verschil tussen wetgeving en praktijk zal kleiner worden, daar geloof ik wel in. Alleen wanneer is de vraag. Kan misschien nog 100 jaar duren, maar het komt! Dat is niet lang, als je je bedenkt dat in Nederland ook pas sinds begin 20e (!!!) eeuw vrouwen mochten stemmen en "meedoen" en ik denk dat het meer dan 50 jaar heeft geduurd (hier in NL) voordat er in de praktijk een gelijkwaardiger verhouding tussen man en vrouw kwam. Dus, als dat in Addis 100 jaar zal duren is dat niet zo gek. Ben al lang blij dat het wel op de agenda van het HDP staat.
-
21 Oktober 2012 - 12:14
Liesbeth:
Fijn dat jullie ons zo goed op de hoogte houden.
In een eerder stuk vertelde José dat ze graag engelstalige kinderboeken zou willen hebben.
Is het niet mogelijk om deze via de post bij jullie te krijgen?
Ik dacht als ik nou,via de ALB, een inzameling hou, is er dan iets mogelijk?
Laat maar wat horen, ik wacht het even af.
Groet Liesbeth -
21 Oktober 2012 - 12:20
Trees ( Uganda) :
Ha Rob,
Mooi verhaal en herkenbaar. Vooral van de store keeper en hoe 'druk' de tutors zijn. En de weinige lessen die gegeven worden en de voorkeursbehandeling die je krijgt als musungu en de gewenste antwoorden die altijd weer gegeven worden. Reflecteren, feed-back ze kunnen goed omschrijven wat het is, maar absoluut niet toepassen in de praktijk zoals wij dat gewend zijn.
Ook verschillen, toelatingsexamen doen heb ik hier nog niet gezien. En hier loopt jaar van begin februari tot eind november ( examens).Hebben ze ook het systeem van tutors die in het veld gestationeerd zijn en daar scholen moeten begeleiden. Ze zijn ook vaak weer even op PTC ( primary teacher center) om les te geven, maar vooral om steeds weer en altijd dezelfde gegevens( leerlingenaantal, teachers aantal, drop out rates, aantal klaslokalen enz) over de scholen in het veld te brengen die dan naar het ministerie van onderwijs moeten of naar NGO's die verantwoording moeten afleggen aan hun donoren.
Ben erg benieuwd naar je programma. Als dat lukt, wil je het dan naar me mailen? Kan er vast wat van opsteken.
Good luck. -
21 Oktober 2012 - 17:40
Lilian:
Toch wel leuk hoe we allemaal zo bezig zijn in deze wereld ;-)
-
21 Oktober 2012 - 21:05
Margreet De Jongh:
Hoi Rob en José,
Ik vind het echt fascinerend om jullie verslagen te lezen. Zowel van Rob z'n werk als van José thuis, en jullie beiden natuurlijk samen thuis in die kleine stoffige kamer.... Bij alles vraag ik me toch automatisch af, hoe ik het zelf zou vinden om daar zo te zitten. Frank en ik hebben het er uitgebreid over gehad. Maar wat een overgetelijke ervaringen doe je op. Het andere tempo en alle cultuurverschillen. En José wat zal je over een jaar genieten van je eigen etage met stofzuiger :-) en alles wat er nog meer aan luxe is. En eigen vrienden en een privé leven, zonder rekening te houden met buren achter een ijzeren deur. Gaat het nog lukken om eigen bezigheden buitenshuis te vinden?
Groet Margreet -
26 Oktober 2012 - 10:47
Johan En Cisca Heijboer:
Dat heb ik nog nooit voor elkaar gekregen dat iemand zijn plaats aan mij afstaat. Tja dat kletsen met elkaar herken ik. Soms gaat het over "niets" Maar de relatie gaat voor de boodschap heb ik inmiddels geleerd. En eigenlijk is het ook wel heel erg leuk. Time management is een lange weg, maar het slijpt er op den duur redelijk in. De definieren vasn begrippen is prachtig. Soms is het voor jou vanzelfsprekend wat er bedoeld wordt, maar anderen hebben een hele andere betekenins. Ik weet nog goed dat wij rondom de kerst ouders informeerden over de zwakke taak- en werkhouding van hun dochter. In het volgende gesprek gaven ouders aan het niet te begrijpen dat de houding nog steeds te wensen overliet, want zij hadden hard er aan gewerkt. Hun dochter kreeg oefeningen met een stok ( rechtop zitten en lopen ), had taken in het huishouden gekregen enz. Zo breng je onbedoeld en onbewust een verkeerde boodschap over. Over reflectie gesproken.
Liefs
Johan en Cisca
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley