Asaafa - Reisverslag uit Asaafa, Ghana van Rob en José Godfried en Henkelman - WaarBenJij.nu Asaafa - Reisverslag uit Asaafa, Ghana van Rob en José Godfried en Henkelman - WaarBenJij.nu

Asaafa

Blijf op de hoogte en volg Rob en José

08 Juli 2013 | Ghana, Asaafa

Asaafa
Is een dorp van 2000 zielen aan de kust van Ghana, tussen Accra en Cape Coast, onder Mankessim. Vergeleken met Sekota is het gemiddeld nog armer en meer afgelegen. Het is een echt dorp, met een dorpschief die de scepter zwaait en in het “palace” woont. Het systeem met chiefs is hier nog levendig aanwezig. Er zijn wel tien verschillende kerken voor de verschillende religies. Het dorp is misschien mede daardoor geen hechte gemeenschap. Met een aantal omringende dorpen heet het gebied Asaafa en heeft het zo’n 6000 inwoners. Aan het begin van het dorp zijn vier WC’s gebouwd door de WHO, twee voor mannen en twee voor vrouwen. Alleen wie er vlakbij woont maakt er gebruik van. Wie gaat nu twee of meer minuten lopen om naar de WC te gaan? Hoe dichter bij de zee hoe armer de mensen. Want de meesten zijn bang voor de zee en je kunt beter aan de hoofdzandweg wonen want dan koopt iemand nog eens wat. Desondanks leven velen van de visserij. De zee geeft nu niet veel meer, door het regenseizoen dat op zijn einde loopt en doordat de grote vissen niet meer dicht bij de kust voorkomen. Tijd om de netten te boeten en de boten te verzorgen.
De fruitoogst is daarentegen enorm: ananassen, mango’s zo groot en zo lekker als ik ze nog nooit heb gehad, sappige zoete papaya’s, vette rijpe avocado’s en natuurlijk kokosnoten. De pinda’s lijken hier de grond uit te spuiten.
We hebben het ziekenhuisje gezien dat OLF hier heeft gebouwd, gebruik makend van een verlaten postkantoor in het dorp. Het is door de dorpsgemeenschap ter beschikking gesteld. (Hoe zit het nu met de post?) Er is een wachtkamer, een onderzoekskamer, een inentingsruimte, een kraamkamer, een opslagruimte en een ruimte voor vrouwen met complicaties na de bevalling en een keuken. Er zijn ventilatoren, sterilisator, koelkast, generator en nog zo wat. Er is pas een overheidsinspectie geweest en er moet eerst een tweede toilet en douche worden bijgebouwd per sexe. Daarna zal het gebouw aan de overheid worden overgedragen die dan voor de bemensing en medicatie zorgen zal. Aangezien het vooral als eerste hulp post zal dienen, zullen er twee nurses komen wonen – hun bedden staan al klaar. Om bovenaan de lijst voor de menskracht te komen zal hier en daar nog moeten worden gesmeekt en (om)gekocht.
De school is gedeeltelijk herbouwd, opgeknapt en ingericht. Een voorschool, een basisschool en een school voor VO die worden gerund door een principal. Om wat extra geld te verdienen kijkt hij examens na. Leerlingen van pakweg 5 tot 16 schat ik. De laagste groep met 120 in een lokaal, verder naar boven dunt dat in grote stappen uit. Leerkrachten worden hier, net als Ethiopië, geplaatst, maar verdienen een redelijk salaris. Een paar jaar geleden zijn de salarissen van alle publieke werkers flink verhoogd. De motivatie schijnt evengoed laag te zijn. Ben nog maar één keer even in een paar klassen geweest en observeer de bekende chalk, talk and repeat methode. In één groep zag ik een oudere leerkracht met steentjes werken in waarschijnlijk een rekenles. Binnenkort komt er een groep hockeymeiden uit NL met materiaal om het speelveld van degelijke toestellen te voorzien. Om dat voor te bereiden moeten er muurtjes worden gebouwd. Dus worden een paar klassen in de pauze erop uitgestuurd om van het strand zand te halen in emmers, potten, zakken en kapotte jerrycans. De eerder gedoneerde computers staan half onttakeld desperaat te wachten op iemand die de boel weer aan de gang zou kunnen krijgen. Het enige voorbeeld van te veel en te snel en met te weinig onderbouwing dat ik hier tot nog toe heb gezien.
Alles wordt hier gedoneerd door vrijwilligers uit vele landen; het wordt zo mogelijk in Ghana gekocht. Of het wordt opgestuurd in containers, zoals de computers, schooltafeltjes en stoeltjes en ziekenhuis apparatuur.
Alles wordt met plaatselijke bewoners die daarvoor worden betaald, gebouwd. In Asaafa is een werkplaats opgezet om de zandstenen te fabriceren.
Zodra er weer iemand komt die doneert, zoals wij nu, wordt het geld onmiddellijk gebruikt om iets te bouwen of te kopen dat nodig is. Vandaag is Brandon dan ook cement aan het halen en samen met de principal nog een aantal spullen voor de school aan het kopen. Geen schriften, want die kunnen vanwege de kwaliteit toch beter uit NL komen.

Het is de gewoonte dat nieuwe vrijwilligers voorgesteld worden aan de Chief. Dat gebeurde vandaag. De Chief “vraagt” van iedere vrijwilliger naast 20 Cedi (plm.€8) een cadeau uit het land van herkomst. Liefst groot, duur en protserig. Wel, wij hadden nog een paar sokken met tulpen en ‘Amsterdam’ erop en vonden dat een mooi present. Iets anders hadden we gewoon niet. “Eén paar sokken?” vroeg de Chief. Brandon verontschuldigde ons met de melding dat we in Ethiopië waren geweest en niet van te voren wisten dat we naar de Chief zouden gaan, dus niets voor hem speciaal hadden kunnen meenemen. Hij moest ook zichzelf excuseren voor het meebrengen van lokale jenever in plaats van geïmporteerde echte Hollandse. De plaatselijke jenever draagt op het etiket de tekst “naar echt Hollands recept”. De Chief bleek trouwens in Amerika gestudeerd te hebben of daar in elk geval geweest te zijn. Naast de Chief bevonden zich nog een paar notabelen in het paleis. Eén ging voor in het gebed en was verder de belangrijkste spokesman, een ander deed met alcohol geplengde verzoeken aan de voorouders om ons veilig en succesvol te laten zijn in het dorp en de derde was er gewoon. Allen clanhoofden. Aangezien ik tot twee keer toe mijn benen over elkaar sloeg, wat een belediging voor de chief is omdat je je daarmee boven hem stelt, ik was gewaarschuwd, werd mij voorgehouden dat ik dan maar tien geiten voor hem moest slachten om de zaak weer recht te zetten. Gelukkig zag iedereen na mijn welgemeende excuses de grap van eea in.
Iedereen moest vertellen wat ie van plan was hier als vrijwilliger te doen. Nadat Cristy en ik onze beurt hadden gehad – en Brandon nog eens vastgelegde wat hij van mij verwachtte voor de school, de slimmerik - werd er zeer instemmend gereageerd. Zo van: het is goed dat jullie hier zijn want dat verbreedt de horizon van de leerlingen en maakt dat de leraren harder werken want jullie letten op ze. En wat José kwam doen? Brandon: dat is de vrouw van Rob. Kennelijk was dat genoeg en hoefde José verder niets meer te vertellen. Blij toe.

Het weer is overigens zwaar prut en we neigen ertoe Stefny niet meer te geloven als ze ons bezweert dat het regenseizoen echt, echt serieus op z’n eind is. Het is al een paar dagen zwaar bewolkt met af en toe een tropische bui. Onze hutten zijn klam en we zijn verkouden geworden van de wind, waardoor we een dag letterlijk tussen de klamme lappen hebben doorgebracht. Maar de paradijselijke plek vergoedt veel, zelfs bij regen.
Omdat de zee zo wild is zwemmen we nu ook in de lagune en dan moet je je dus inderdaad aan “the blue lagoon” denken. Voorlopig houden we het hier nog wel even uit!

Cape coast is de grootste stad in de buurt op twee uur rijden. Het ligt uiteraard aan de kust en herbergt één van de meer dan 60 forten die hier door Portugezen, Denen, Zweden en Fransen en door de Dutchies natuurlijk, zijn gebouwd. Aanvankelijk alleen voor de goudhandel, later meer en meer voor de slaven. Het wordt met Unesco World Heritage geld goed onderhouden en herbergt een goed opgezet museum. Honderden schoolkinderen bezochten het complex luidruchtig. Je kent de geschiedenis en weet hoe onmenselijk de slaven werden behandeld, maar zelfs een kort verblijf in de donkere kerkers waar ze opeengepakt waren voor verscheping maakt de benauwenis en de stank die er moet hebben geheerst voelbaar. Een paar stralen daglicht door hoog geplaatste luchtkokers en goten in de vloer voor de excrementen, nummers en letters op de muren geschilderd als coördinaten. Heel efficiënt allemaal. Gruwel. En dan kom je weer buiten in de drukke vissershaven waar het verleden niet aan de orde is en er hard gewerkt wordt om het dagelijkse voedsel te verdienen. De wrange ironie is natuurlijk dat het “Cape coast castle” de belangrijkste toeristische trekpleister is en voor aanzienlijke inkomsten zorgt. De plaatselijke kleine economie floreert. De eerste middelbare school van het land is hier gesticht. Niemand is haatdragend, integendeel, witten worden in het algemeen gezien als meerderwaardig.

Aan ons dringt een vergelijking met Ethiopië zich op. Asaafa is meer zoals je je een Afrikaans dorp voorstelt: armoedige hutjes naast behoorlijke huizen tussen de palmbomen en ander uitbundig groen en een hoop afval. Rode zandwegen met gaten en modder en mannen en vrouwen die van alles op hun hoofd dragen. Ons valt hier de uitbundigheid op in kleur en in stemgebruik, de mensen en vooral de vrouwen zijn hier ronduit dik net zoals de geiten die kort en dik zijn in tegenstelling tot de Ethiopische die met hun slanke lijven op hoge poten staan. Niemand heeft hier honger zo te zien. Ook arme mensen verzorgen hun kleding, het is meestal schoon en heel. (Behalve bij de vissers en visserskinderen die de netten binnenhalen.) Wat een verschil met de vieze grijze lappen waarin zo velen in en rond Sekota zijn gehuld. Extravertie heerst. En we hebben nog niet eens een funeral meegemaakt. Dat moet een drie dagen durend groot feest zijn met uit reuzenboxen schallende muziek. Leg dat naast de indrukwekkende jammerstoet in Sekota en het verschil in volksaard (?) , cultuur(?) doet zich voelen. De helpende geesten van de voorouders zijn geïntegreerd aanwezig, naast de Goddelijke beloften en bevrijdingen.
Wie nog zo vooringenomen is te denken dat Afrikanen lui zijn, wordt daar hier helaas in gesterkt. Niet alleen zien we velen op elk moment van de dag liggen, zitten en/of (in)drinken, zowel mannen als vrouwen, ook Brendan en Stefny vertellen over gebrek aan ondernemingszin en de boel een beetje op z’n beloop laten. Veel eten en dat is het dan. Leraren die uren of hele dagen niet komen. Wel een hoop willen krijgen maar er niets voor willen doen. Toch kan dit niet algemeen zijn. Misschien in dorpjes als hier. Het land is één van de eerste Afrikaanse landen met een democratische regering en de economie loopt goed. Overal is nering te vinden en de honderden taxi’s die je brengen waar je wil worden toch bestuurd door chauffeurs die de rammelkasten zelf bijeen moeten houden. Langs de paden zie je her en der zakken en bakken met cassave, mais, noten, vruchtjes die door meestal vrouwen en kinderen ergens in het land zijn geplukt, uitgegraven, verzameld. De vissers gooien hun netten in zee en doen er vijf uur over om met man macht de aan honderden meters touw bevestigde netten weer binnen te halen. Dus lui kun je de meeste mensen toch echt niet noemen. Misschien vind iedereen het wel goed zo. Ontwikkelingsprojecten, vooruitgang, hoezo? Maar de toiletten zijn hier SCHOON! Een ware verademing na Ethiopië.

Het was een kleine drie uur lopen naar Mankessim, de dichtstbijzijnde provincieplaats gelegen aan de kustweg langs de Atlantic met een markt en alle nodige winkels en honderden taxi’s. Het bleef eindelijk een keer de hele dag droog maar de rode zandweg liet zich met slippers soms moeilijk bewandelen door de modder. Gaandeweg begreep niemand dat we geen taxi wilden. Stupid ferenji (hier: “obruni”). We hadden een leuke ontmoeting in een eettentje met vier oude dames. Het waren er eerst drie en één van hen vond echt dat er foto’s van hen moesten worden gemaakt. Nou OK dan. Nummer vier vond het eerst maar niets en keek verstoord naar nummer één. Maar allengs vond iedereen het wel stoer en ja, het waren best mooie foto’s. Of Rob de man van José was. Ja, maar je mag hem hebben hoor! Hilariteit, pret. Dames, dames.

Vanochtend werd er weer een net binnengehaald. Dit keer op het land van One Love. Er zat redelijk wat vis in, ook een aantal grote vissen, maar in het seizoen schijnt het tien keer zo veel te zijn. Als het net eenmaal aan land is liggen de vissen naar lucht te happen op het strand. De mannen die hebben getrokken rollen de “zijnetten” die de vis richting het centrale net loodsen op, nemen het op de schouders en brengen het naar het strand bij het dorp. Intussen komen vrouwen en kinderen uit het dorp naar het strand waar het net ligt om bij het verdelen van de vis te zijn en die in bakken op hun hoofd en in kleine emmertjes en kommen naar het dorp te brengen. De kinderen spelen hun spel in het zand, de vrouwen kletsen dat het een lust is. Dan zijn de mannen weer terug. Het net wordt geopend en al het plastic verwijderd, samen met de vele kwallen. Ze worden terzijde gegooid, maar kinderen weten uit het plastic en de kwallen nog een hoop heel kleine visjes te halen en die zijn dan voor hun (familie). Dan worden de grotere vissen eruit gehaald en apart gehouden. Dat gebeurt ook met de middelgrote. Wat overblijft is een enorme hoeveelheid ondermaatse vissies die gebakken zullen worden en in bundeltjes verkocht. Of ze dienen als maaltijd thuis natuurlijk. De middelgrote vissen worden verdeeld over de mannen die hebben getrokken, de grote vissen zijn voor de eigenaars van het net/de boot en de bulk wordt verder verdeeld en door de vrouwen meegenomen. De drie tongetjes die waren gevangen krijgt Brandon, Voor niks. Daarvan gaan we vanavond smullen. Iedereen gaat tevreden huiswaarts en het strand is weer leeg. Op de plastic zakken en de kwallen na.

Voor alle duidelijkheid: we gaan maar ‘e’en keer week naar een internetplek. Hierna nog 1 keer waarschijnlijk. We kunnen daar onze mail gewoon ontvangen.


  • 18 Januari 2020 - 10:42

    Marianne De Ruijter:

    Beste rRob en Jose,

    Ik lees met veel plezier jullie reisverslag in Ghana.

    Ik ben een boek aan het schrijven over de kinderslavernij in het Voltameer en wil graag delen van jullie mail daarvoor gebruiken.

    In jullie verslag staat dat jullie ook chiefs hebben ontmoet. Wat zijn hun taken? Beslist een chief alleen of is er een dorpsraad waar hij mee samen werkt? Ik zou ook willen weten over hoe de chiefs in Ghana, zich kleden. Op internet zie je verschillende wijze van kleding van de chiefs.
    Van gewone, soms westerse kleding tot uitbundig in het goud. Wat is standaard en wat is formeel?

    Wat doen kinderen zo'n hele dag?
    Spelen zij. Zo ja, wat spelen zij en waarmee?
    school? Gaan ook de armste kinderen naar school?
    is school in een hut? Gebouw? Buiten?

    Wat is de beste informatie bron over Ghana?

    Hebben jullie iets meegekregen van de slavernij van het Voltameer?

    Ik hoop heel snel wat van jullie te horen. Ik ben erg benieuwd of jullie nog aanvullende informatie hebben.

    Met vriendelijke groet,

    Marianne de Ruijter.
    Auteur van Vuurzee.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Rob en José

Actief sinds 05 Juli 2012
Verslag gelezen: 814
Totaal aantal bezoekers 59857

Voorgaande reizen:

26 Augustus 2014 - 29 Oktober 2014

Australië en Kalimantan

29 Juni 2013 - 28 Juli 2013

Ghana One Love Foundation

11 September 2012 - 01 Juli 2013

Sharing skills in Ethiopië

Landen bezocht: